Ne Obliviscaris sleept luisteraar mee op “Exul”

Het plan was eerst dat Ne Obliviscaris’ nieuwe album in 2020 uit zou komen, maar vanwege de coronacrisis werd het telkens uitgesteld. Afgelopen 24 maart is het schijfje dan toch eindelijk verschenen. “Exul” bevat zes nummers, maar is ruim vijftig minuten lang. Zeker geen korte liedjes dus! Klinkt het ook een beetje goed? 

Het album opent met “Equus”, wat met twaalf minuten ook direct het langste nummer is. Het begint met een gave drumpartij en een duistere baslijn op de achtergrond. Dan komt er gitaar- en later ook vioolspel bij. Hoewel elk instrument een interessant stuk heeft, is het de viool die het meest opvalt doordat het de melodie speelt. In de coupletten valt de viool stil en is het vooral de basgitaar die naar voren komt. Er is ook zang, maar dat neemt niet de overhand; het voelt juist als een onderdeel van het geheel. Na het tweede refrein krijgen we voor het eerst een solo te horen: van de viool maar liefst! Ne Obliviscaris houdt zich niet vast aan conventies en voorziet de luisteraar zo van verrassende muziek. De rest van het nummer zit ook heerlijk in elkaar. De bandleden spelen geweldig en elk stuk is interessant. Ook is er voldoende afwisseling. Zo zit er bijvoorbeeld een akoestisch deel in. En aan het eind is er nog een indrukwekkende gitaarsolo. Wát een begin!

Misericorde” is opgedeeld in twee tracks, waarvan de eerste “As the Flesh Falls” heet. Ondersteund door de brute screams van zanger Xenoyr klinkt het direct duister en zwaar. Wat weer opvalt is de basgitaar, want die volgt niet slechts de ritmegitaar. Ne Obliviscaris ziet de bas juist als een volwaardig instrument en dat is te horen – zowel in de complexiteit van de baspartij als zijn volume. Meer bands mogen daar een voorbeeld aan nemen. Halverwege is er een rustiger gedeelte waar vooral de viool opvalt.

De tweede helft van “Misericorde” is “Anatomy of Quiescence”. Zo bruut als deel één begon, zo rustig begint deel twee. Viool en piano spelen een melancholische melodie die je weet te raken. Die sfeer gaat nog even door wanneer de akoestische gitaar de piano vervangt en de drums erbij komen. Het is niet alleen ontroerend, maar ook indrukwekkend hoe de viool klinkt, want het is een technisch uitdagend stuk. Uiteindelijk krijgt het nummer meer pit wanneer de elektrische gitaren erbij komen met krachtige akkoorden. En dan plots… klinken er alleen nog maar palm-muted noten op de elektrische gitaar en tikjes op de hi-hat. Je verwacht die ingetogenheid niet en het kan niet anders dan dat het je aandacht grijpt. Wanneer de viool er weer bij komt is het duidelijk: er is een switch van melancholisch naar onheilspellend. Ne Obliviscaris neemt je zo mee in verschillende emoties. De mannen leveren goed werk!

Het niveau blijft ook hoog op “Suspyre” en “Graal”. De nummers zijn net zo complex en meeslepend als de rest. De afsluitende track “Anhedonia” is juist weer heel anders. Voor Ne Obliviscaris is het met vier minuten een kort lied, maar daardoor niet minder indrukwekkend. Metal is hier niet in de verste verte te bekennen. Net als in het intro van “Misericorde II – Anatomy of Quiescence” spelen piano en viool hier de hoofdrol. Het klinkt erg spookachtig en is zeker een interessant einde van het album.

Je kunt even goed voor “Exul” gaan zitten en je tanden er flink in zetten. Er is veel te ontdekken in alle tracks. Met één keer luisteren ben je nog niet klaar! Ja, we kunnen nog lang genieten van Ne Obliviscaris’ nieuwe plaat.

Beoordeling: 8,5/10
Releasedatum: 24 maart 2023
Label: Season of Mist