Amorphis viert dertigjarige jubileum met “Halo”

Dertig jaar en vierteen studioalbums later Amorphis staat nog steeds bovenaan festivalposters. Hoewel de Finnen eerst volop deathmetal speelde, hebben ze langzaam de switch naar wat meer mainstreammuziek gemaakt. Desalniettemin is de complexiteit in hun muziekstukken gebleven. Maar hoe klinkt dat op het nieuwe album “Halo”?

Het schijfje opent rustig met een keyboard-deuntje op “Northwards”. Al snel worden de progressieve gitaren en de beukende drum ingezet. Zodra zanger Tomi Joutsen zijn strot opentrekt, voeget ook het hammondorgel zich toe. Er wordt stevig afgewisseld tussen grunts en cleans, maar de instrumenten rammen door. Er wordt opgebouwd naar iets vooruitstrevends, waardoor je gewoon niet stil kan blijven zitten. Net als je een breakdown verwacht begint er een orgel- en gitaarsolo, haast Deep Purple-achtig, maar dan met boze Finnen. Een lekkere bak complexiteit en technische polyritmiek wordt er over je heen gegooid en dat maakt dit een lekkere opener.

Stil zitten gebeurt ook niet bij het catchy nummer “On The Dark Water”. Het is wat meer folks-georiënteerd, de cleans klinken vrolijk maar de grunts blijven ruw. “The Moon” begint totdat de gitaren komen rustig en haast jaren zeventig. Desondanks de zware bas, diepgaande songtesten en progressieve bruggen, mist het wat pit. De coupletten zijn wel catchy, maar het is het net niet. “Windmane” doet het iets beter dan zijn voorganger, het is loepzuiver en heeft een razende toetsenpartij. Maar het is vooral het einde wat het hem doet: dikke gitaarsolo, pittige grunts en een catchy deuntje op de achtergrond.

Halverwege op “A New Land” wordt Joutsen ondersteund door vrouwelijke zang, dat een mooie toevoeging aan het nummer is. De track is wat toegankelijker, maar verliest zijn Amorphis-sound niet. Er wordt weer duidelijk geëxperimenteerd: de verschillende stijlen wisselen elkaar goed af. Ook “When the Gods Came” klinkt als een vrolijk, jazzy jaren zeventig nummer verpakt in een metaljasje. Het klinkt lekker, maar je mist een beetje het oude geluid met dikke breakdowns.

Een herkenbaar geluid is te horen op “Seven Roads Come Together”, het heeft qua toetsengeluid wat weg van “The Bee”. Het is een mooie mix tussen postmetal, folks, synthesizers, hoge cleans en diepe grunts. Als je toch opzoek bent naar een harder nummer, dan is “War” een van de betere. Het is allemaal net een tikkeltje harder, stevige leadgitaren en meedogenloze grunts. Op het einde is er een achtergrondkoor te horen, á la Dimmu Borgir, waardoor je opeens in een achtbaan des doems zit. Wat een slot! De plaat eindigt met “The Wolf”, en doet zijn naam eer aan. Het is scherper, heeft een sterk ritme en neemt je mee in het verhaal van een spookachtige nacht waar je achtervolgd wordt door wolven.

Desondanks dat niet alle tracks dikke beukers zijn, is het nog steeds een album vol hoogstandjes. Het is dan misschien een totaal andere sound dan dat we gewend zijn, maar dat neemt niet weg hoe goed de Finnen nog zijn. Op “Halo” staat voor wat ieder wat wils, en zal daardoor vele fans blij maken.

Beoordeling: 8/10
Releasedatum: 11 februari 2022
Label: Atomic Fire

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*